Opgroeien achter het ijzeren gordijn was een unieke ervaring. Ik kan uren vertellen over de bijzondere momenten van mijn kinder- en tienerjaren. Maar met het oog op wat er volgende week gaat gebeuren, wil ik even stilstaan bij onze televisiegewoonten. In de Sovjet Unie hadden we tv, met welgeteld twee zenders, die ons twee keer per dag verblijdden met hun uitzendingen. ‘s Avonds begon het met het zesuurjournaal, gevolgd door een kinderprogramma en een film voor de volwassenen, die hen tot ongeveer tien uur ‘s avonds wakker hield. En daarna, poef, een grijs scherm tot de volgende ochtend. De volgende ochtend herhaalden ze de avondprogrammering en daarna ging de tv weer in een slaapstand. Er waren echter twee uitzonderingen!
Als een Sovjetleider overleed, werden de kinderen getrakteerd op een vrije schooldag en… een marathonuitzending van de staatsbegrafenis. Tussen ’82 en ’85 was het driemaal ‘feest’ met Brezjnev, Andropov en Tsjernenko. Vreemd genoeg keken we ernaar uit – geen school, alleen maar tv.
Het tweede, nog magischer moment was het Eurovisie Songfestival. Voor een kind als ik opende het een venster naar de buitenwereld, ver van de grenzen van de communistisch Rusland. Bij de eerste tonen van het introdeuntje voelde ik al kriebels in mijn buik van de spanning, klaar voor de wonderen op het scherm. Ik zat een avond genageld voor de tv, en de liedjes speelden nog wekenlang door mijn hoofd.
Nu, ruim vijfentwintig jaar in Nederland, begrijp ik dat de Nederlanders anders naar het festival kijken, maar voor mij is het pure nostalgie. Dus, wat staat mij volgende week te wachten? Drie avonden gekluisterd aan de buis, aanmoedigend voor Joost Klein. Want als hij wint, komt het festival in 2025 naar ons land! En ik zal er zijn, in Ahoy, net als een paar jaar terug, met het goedkoopste ticket, maar een hart vol gouden herinneringen. Even weer dat klein meisje van toen, vol verwondering over de grote wereld daarbuiten.