In februari precies vier jaar geleden vlogen we vanuit Melbourne naar het Finse Lapland. Het was even schakelen van de temperaturen van boven de dertig graden naar de temperaturen onder de nul. Maar we hadden een doel: we wilden het Noorderlicht zien, een van de meest indrukwekkende natuurverschijnselen. We sliepen in een iglo met een 360 graden glazen hemel. Het Aurora alarm stond alle nachten aan, wat inhield dat we gewekt zouden worden als het Noorderlicht te zien was. Overdag deden we leuke dingen: een huskysafari, ijsvissen, elektrische sneeuwscootersafari enz. s ‘Avonds genoten we van traditionele Finse sauna’s, exotische sneeuwsauna’s met buitenjacuzzi’s en diners in het hotel restaurant waar alles inclusief tafels, stoelen en zelfs borden van ijs waren. Het waren een paar onvergetelijke dagen, die je zonder twijfel een ‘once in a lifetime experience’ kunt noemen. Alleen het Noorderlicht hebben we helaas niet gezien. En daarom was ik zo blij, toen we vorige week maandag (wederom uit Melbourne) terugkwamen en ik op het nieuws vernam dat het Noorderlicht in Nederland te waarnemen was. Ik snelde dezelfde avond nog naar het dichtstbijzijnde strand. Zeker een uur lang heb ik staan wachten op het bekende mysterieuze, artistieke en sensationele natuurverschijnsel. In mijn hoofd gingen de gedachten rond over de roaring twenties taferelen die ik zojuist had meegemaakt in Australië: een biertje dat dertien dollar kost, een soep van achtentwintig dollar en mensen die bereid zijn om die absurde bedragen te betalen en die dag en nacht feesten en leven alsof de morgen niet bestaat. Was dit het resultaat van het strengste zero-covid-beleid ter wereld, die in de afgelopen drie jaar in het land werd doorgevoerd? Zou kunnen. Wat wel een feit is, is dat ik het Noorderlicht wederom niet heb gezien. Teleurgesteld en tot aan mijn botten bevroren, keerde ik naar huis. Driemaal is scheepsrecht, toch?