juli 2025

De langste dag van het jaar is alweer geweest. De eerste helft van het jaar ligt achter ons. Ongemerkt bewegen we weer richting kerst. Voordat je het weet, is het zover. We plannen wie aanschuift, wanneer en wat er op tafel komt. We hangen de lichtjes op en versieren de boom. De tijd gaat zo ongelooflijk snel. Het is bijna niet te bevatten.

Toen ik jonger was, merkte ik dat niet zo. Ik dacht: ik heb nog zoveel jaren voor me, het komt allemaal wel goed. Maar nu ik ouder ben, vind ik het bijna angstaanjagend hoe snel het gaat. Omdat ik ook niet weet hoeveel tijd ik eigenlijk nog heb op deze planeet. Hopelijk veel, natuurlijk. Maar je weet het nooit. En hoeveel je ook regelt, sommige dingen heb je gewoon niet in de hand.

Het besef dat het allemaal zo snel voorbijvliegt, vind ik soms bijna eng. Ik betrap mezelf erop dat ik het liefst de tijd vast zou pakken, op pauze zou zetten. Even niks plannen, niks regelen, geen lijstjes maken. Gewoon even blijven zitten, kijken hoe het licht valt op 21 juni, op 27 juni, op welke dag dan ook. Een kop koffie op het balkon of een stoel in de tuin. Misschien voel ik het extra nu de zomer er is: de maanden die vragen om buiten te leven, maar ook zo snel vervliegen. Een zwoele avond is zo voorbij, een lange ochtend is zo volgepland.

Wellicht zit daar wel de kunst: dat we niet bang zijn dat de tijd ons ontglipt, maar dat we durven om hem af en toe stil te zetten. Gewoon door te kijken, te luisteren, te voelen dat we hier zijn. Even niet vooruit, maar precies hier. Niet in gedachten al bij morgen of volgende week, maar in dit ene moment. Dat zijn waarschijnlijk de momenten die er echt toe doen: niet de volle agenda’s en schema’s, maar die paar minuten op een bankje in het Heilooërbos in de zon, zonder haast en met besef dat het leven een cadeau is.

En dat is mijn plan voor de tweede helft van dit jaar. Iets vaker stilstaan. En weten dat dat soms al genoeg is. Ik gun het mijzelf.