Recent las ik een artikel in het NRC over nepotisme in de media. Ik moest meteen denken aan een jong meisje die een paar maanden geleden naast me in een vliegtuig zat. Ik kende haar niet en vroeg me daarom ook af met welke reden Wesley Sneijder steeds belangstellend naast haar stond. Later begreep ik dat het meisje Noah Vahle was, de dochter van Linda de Mol. Noa is werkzaam in het medialandschap en is goed op weg om in de voetsporen van haar moeder te treden: ze werkt als redactielid bij Veronica Inside en doet iedere week verslag op de Nederlandse voetbalvelden.
In het NRC artikel werd er afgerekend met mensen zoals Noah. Volgens het artikel gaat het allemaal om vriendjespolitiek in de media en worden veel lucratieve baantjes weggegeven aan kinderen van BN-ers. Dat zou misschien wel zo zijn, dacht ik bij mijzelf, maar de kinderen moeten het daarna natuurlijk nog wel zelf waarmaken. Linda de Mol zou haar dochter wellicht een baan op TV kunnen bezorgen, maar uiteindelijk moet Noah zelf voor de camera staan en zelf uit de woorden komen. En zij kan het echt, ze werd niet voor niks genomineerd voor de prijs van Sportjournalistiek Talent van het Jaar 2022.
Het is toch niet meer dan logisch dat een kind soms dezelfde talenten ontwikkelt als de ouders? In andere branches van onze samenleving vinden we nepotisme acceptabel. Of niet soms? We verbieden toch Max Verstappen niet om te racen, omdat zijn vader en moeder dat ook deden? En moeten we dan Lilian Marijnissen verbannen uit het politieke landschap omdat haar vader ook partijleider was (zelfs nog van hetzelfde partij)? Het artikel zorgde voor veel opschudding. Ik begrijp echter niet wat het probleem precies is.