Hoe weet je of je een nieuwe opdracht wel of niet moet aannemen? Ik gebruik altijd het vier P’s principe. Als ik bij de drie van de vier P’s een vinkje kan zetten, dan neem ik een opdracht aan. Bij twee P’s twijfel ik, en bij een P is het voor mij duidelijk dat ik de opdracht moet weigeren.
De eerste P staat voor Plezier. Alles wat ik doe in mijn leven, ook privé, wil ik eigenlijk met plezier doen. Ik wil ’s ochtends wakker worden en zin hebben om een paar uurtjes achter mijn laptop in de flow te schrijven. Waar mensen plezier aan ervaren is natuurlijk heel persoonlijk: sommige vinden het leuk om met letters te werken, de andere met formules en de andere weer met mensen.
De tweede P staat voor Poen. Wanneer ik weet dat ik aan het einde van de opdracht beloond wordt met een mooi bedrag op mijn bankrekening, werkt het voor mij extra stimulerend. En natuurlijk moet de hypotheek ook gewoon betaald worden.
De derde P staat voor Prestige. Soms neem ik gratis opdrachten aan, omdat ik daarmee bijvoorbeeld mijn naamsbekendheid kan vergroten of bewijzen dat ik meerdere bekwaamheden binnen mijn vakgebied beheers.
En de vierde P gaat over de Professionele relatie met de opdrachtgever. Een opdrachtgever moet voor mij heldere eisen stellen t.o.v. de uitvoering van de opdracht en ook duidelijk zijn in het communiceren van bijvoorbeeld deadlines. Ooit heb ik een schrijfklus gehad bij een kleinere, educatieve uitgever, waarbij mijn kopij door twee onafhankelijke redacteuren werd bekeken. De ene riep A en de tweede riep B, en ik moest mijn weg er tussendoor weten te vinden. Uiteindelijk was de vierde P doorslaggevend geworden en ben ik na een paar maanden gestopt met de opdracht. Mijn vier P’s principe is dus een flexibele formule.