Soms zit ik toevallig naast een vrouw die ik nauwelijks ken. Op een diner, een event of een borrel. Wijn wordt geschonken. Wit graag. En dan, ergens tussen slok drie en vier, gebeurt het. Ze begint te praten. Niet zomaar over koetjes en kalfjes, maar écht praten. Over haar scheiding. Over haar nieuwe vriend en zijn lastige puberkinderen. Over haar eigen dochter die haar negeert. Over een baas die haar niet serieus neemt. Over schuldgevoelens. Over twijfel. Over dingen die er echt toe doen, het leven… Ik knik, stel een vraag, zeg weinig. En zij praat. Alsof ik haar hartsvriendin ben. Of misschien juist omdat ik dat niet ben, juist omdat ze mij níet goed kent?
Het blijft me verbazen hoe wij vrouwen elkaar kunnen vertrouwen. Hoe snel we bij elkaar naar binnen mogen kijken, zonder dat daar eerst jaren vriendschap aan voorafgaan. Hoe witte wijn voldoende is voor een mini-intieme ontmoeting.
Tegelijkertijd weet ik ook: het gaat niet altijd zo. We hebben allemaal gehoord van het krabbenmandeffect — vrouwen die elkaar, bewust of onbewust, naar beneden trekken als er eentje opkrabbelt. Alsof we bang zijn dat er maar plek is voor één vrouw aan de top, of dat succes van een ander iets afdoet aan ons eigen verhaal. Dat bestaat ook. En eerlijk, heb jij het zelf nooit voelen knagen: jaloezie, twijfel, die venijnige gedachte ‘waarom zij wel?’ Juist daarom is het zo bijzonder als het anders gaat. Als er even geen concurrentie is. Geen maskers, geen poses. Geen doen alsof. Alleen luisteren. Alleen zijn. Twee vrouwen, zonder oordeel, zonder haast, zonder spelletjes. Gewoon echt contact, van mens tot mens.
Misschien komt het omdat wij vrouwen geleerd hebben om ruimte te maken voor elkaar. Of omdat we allemaal die ene vriendin missen die nooit oordeelt. Of omdat we soms gewoon iemand nodig hebben die niets van ons verwacht. En die iemand… dat is dan blijkbaar een onbekende vrouw aan tafel, met een glas in de hand en een open gezicht.
Dat vertrouwen. Die behoefte aan verbinding. Die openheid tussen vreemden — ik vind het prachtig. En hoopgevend.
Ik denk dat ik het daarom zelden afsla, zo’n wijntje met iemand die ik nauwelijks ken. Niet voor de wijn. Maar voor wat er kan ontstaan als je even écht luistert.